|
Post by Stinus on Jun 20, 2006 5:19:20 GMT -5
Check...dubbel check...
Het zijn misschien wel gemakkelijke vraagjes op p. 8 maar voor alle zekerheid:
Bovenaan Pop. na 5 gen = 2^5 * 1000 = 32000 Pop. na 3 seizoenen = 1.5^3 of 3.375 * orig. pop. Pop. na 2 jaar = 72000 (R0 = 1.2)
Onderaan Luizen erbij na 1 dag = 100 * 1.1 = 11.1 Intrinsieke groeisnelheid per eeuw = 300/(600*1) = 0.5 Met hoev indiv. steeg wereldpopulatie dat jaar = (0.036-0.019) * 2.907*10^6 = 49.4 * 10^3
Just?
|
|
|
Post by ( ) on Jun 20, 2006 5:44:19 GMT -5
hij heeft die opl in de les gegeven.....
|
|
|
Post by Stinus on Jun 20, 2006 5:52:55 GMT -5
Pagina 9:
Bevolking in 1975: 137 * 10^6 . e^(0.023*16) = 198 * 10^6 r van de bacteriestam = (ln 100 - ln 10)/2 = 1.15 (per dag)
Dagen nodig om populatie te verdubbelen: 0.693/0.0147 = 47.14
Just?
En dan nog een vraagje: hoe komen ze ineens aan die gemiddelde generatieduur?
|
|
|
Post by Stinus on Jun 20, 2006 5:53:47 GMT -5
hij heeft die opl in de les gegeven..... Ik kon toen niet volgen met opschrijven herinner ik mij nog, vandaar de vraag...
|
|
|
Post by Doockles on Jun 20, 2006 7:13:01 GMT -5
BovenaanPop. na 2 jaar = 72000 (R0 = 1.2) --> heb ik 7200 staan OnderaanMet hoev indiv. steeg wereldpopulatie dat jaar = (0.036-0.019) * 2.907*10^6 = 49.4 * 10^3 --> heb ik 49.4 * 10^6 staan Just?
|
|
|
Post by Stinus on Jun 20, 2006 7:22:53 GMT -5
BovenaanPop. na 2 jaar = 72000 (R0 = 1.2) --> heb ik 7200 staan OnderaanMet hoev indiv. steeg wereldpopulatie dat jaar = (0.036-0.019) * 2.907*10^6 = 49.4 * 10^3 --> heb ik 49.4 * 10^6 staan Just? Idd, eerste een nulleke teveel getypt... Ah, ik zie waar dat ik fout was, dat punt tussen 2 en 907 is geen komma (ben zodanig gewoon om zo'n punt als een komma te zien door al die Engelse teksten), maar dan zou het willen zeggen dat er maar 2 miljoen mensen op aarde zouden leven in 1959 ;D
|
|
|
Post by Stinus on Jun 20, 2006 16:29:16 GMT -5
Nog vier vraagjes:
* Wat bedoelt hij met 'De mens is erin geslaagd zijn ecologische levensduur te verlengen, maar niet zijn fysiologische' ? Is dat het feit dat mensen ouder worden, maar dat ze daarom niet langer even gezond blijven (allé dat ze 'aftakelen'...)
* Hoe komt hij van die linkse figuur in fig. 31 naar de oscillaties? En wat is die "b" nu precies? Allé, ik zie dat wel in bij fig. 38 en 39, maar wat zou daar een goei definitie van zijn?
* Fig. 8 p. 42 met die wilde beesten: Klopt diene uitleg onderaan de figuur. Volgens mij zou het gevuld bolletje en het lege bolletje omgekeerd moeten zijn (allé anders komt toch voort uit de figuur dat er een hoger percentage proteïnen wordt opgenomen dan dat er beschikbaar is?
* Bij de slides van de Lotka-Volterra modellen van prooi-predator relaties staat er op het einde een slide met twee gelijkaardige grafieken na mekaar (met onderaan de tekst 'The figures in this box are analogous to those in the previous...). Kan er iemand die es ff kort uitleggen?
Alvast mercikes !!
|
|
|
Post by simba on Jun 21, 2006 8:49:00 GMT -5
We leven gewoon gezonder waardoor we langer leven ook door gezondheidszorg en zo. Dat is een verlenging van een ecologische leeftijd. Maar ons lichaam kan zelfs onder de beste omstandigheden niet ouder worden dan een bepaalde ouderdom pakt om gemakkelijk te doen 100 jaar en dat is de fysiologische leeftijd. Staat volgens mij in de tekst uitgelegd met een roodborstje dat in de natuur slechts een jaar overleeft wat ecologische leeftijd is terwijl in gevangenschap 11 jaar wat fysiologische leeftijd is.
Die "b" is niet de specifieke nataliteit maar gewoon een waarde die de reactie van een soort weergeeft als ze boven de K-waarde stijgt. Die oscillaties zijn figuur 31 (b) waar je op doelt? Wel dat is gewoon een illustratie hoe het tewerk gaat. Dat is voor elke toestand uit uw linkse figuur een mogelijk resultaat, maar de benaming spreekt voor zich dus zelf zoiets tekenen kan geen probleem zijn veronderstel ik.
Komt uit hoofdstuk Biologische aspecten van faunabeheer en niet meer uit populatiedynamica. Het is net de clue dat er meer opgenomen wordt dan er gemiddeld beschikbaar is. Door te selecteren in het voedsel gaan ze beter voedsel tot zich nemen waardoor ze gedurende de meeste maanden wel nog de nodige concentratie eten die nodig is om te overleven. Dat is net de illustratie van positieve selectie op basis van voedselkwaliteit.
Kunt ge hiervan de paginanummer even geven want ik vind het niet zo direct.
Die oplossingen van de oefeningen heb ik niet meer nagekeken ma ik veronderstel dat het in orde is??
|
|
|
Post by Stinus on Jun 21, 2006 9:18:35 GMT -5
Ok, bedankt voor de antwoorden...
Die laatste vraag gaat ook over het hfstk Biologische aspecten van faunabeheer (prooi-predatie) Bij de laatste bedoel ik de slide VLAK NA de slides met de figuren uit dat 'artikel' p. 12 en 13 (over Lotka-Volterra prooi-predatie). Het zat dus niet in de bundel die hij ons gegeven heeft, maar wel in de pdf met de slide (p.14). De bovenste figuren zijn er van recruitmentrate/consumptierate tov N die in relatie staan met de figuren eronder (met pijltjes erop naar links en naar rechts)
|
|
|
Post by Doockles on Jun 22, 2006 7:02:15 GMT -5
heb daar niet echt iets bijgeschreven, dus kan er zelf ook niet meer aanuit nog een paar vraagjes: p 22 --> die mx, die moet toch gegeven zijn daar, niet? zou niet goed weten hoe die anders te berekenen p 36 --> hoe zit dat daar nu juist met die densiteitsafhankelijke en onafhankelijke mortaliteit/nataliteit?
|
|
|
Post by Stinus on Jun 22, 2006 7:29:46 GMT -5
heb daar niet echt iets bijgeschreven, dus kan er zelf ook niet meer aanuit nog een paar vraagjes: p 22 --> die mx, die moet toch gegeven zijn daar, niet? zou niet goed weten hoe die anders te berekenen p 36 --> hoe zit dat daar nu juist met die densiteitsafhankelijke en onafhankelijke mortaliteit/nataliteit? Die mx (leeftijdsspecifieke nataliteit) zou idd volgens mij gegeven moeten zijn... Bij een densiteitsonafh mortaliteit (O in (1) ) zal uw mortaliteit gewoon lineair variëren met de grootte van uw populatie (een populatie van 20 dieren heeft bijv. een mortaliteit van 2 dieren per jaar zoals een populatie van 40 dieren een mortaliteit zal hebben van 4 dieren per jaar). De verhouding van mortaliteit/populatiegrootte (in mijn vb 1/10) blijft constant. Bij een densiteitsafhankelijke mortaliteit zal uw mortaliteit niet lineair variëren met uw populatiegrootte en zal de verhouding mortaliteit/populatiegrootte niet altijd hetzelfde zijn. In (2) wordt dat mooi aangetoond dat die verhouding van mortaliteit/populatiegrootte (= specifieke mortaliteit) gelijk blijft wanneer deze densiteitsonafh is
|
|
|
Post by simba on Jun 22, 2006 8:16:32 GMT -5
Das gewoon een combinatie van formule op pg 7 Nt=R0tN0 Hierbij is t=1 want ge kijkt naar één generatie. Daarbij neemt ge dan formule pg 9 of 10 Nt=N0*ert Die twee Nt dingen moeten gelijk zijn. Dus ge krijgt N0*ert=R0N0 En de rest is kinderspel.
|
|
|
Post by Stinus on Jun 23, 2006 15:44:56 GMT -5
Kan er iemand eens een beetje uitleg geven over dat 'specifieke zoekbeeld' ?
|
|
|
Post by Doockles on Jun 23, 2006 17:14:45 GMT -5
heb ik ook niks van opgeschreven :s
|
|
|
Post by ( ) on Jun 23, 2006 18:40:04 GMT -5
gezocht op internet... tinbergen heeft mezen onderzocht en kwam tot de conclusie dat die mezen de insecten die het meest voorkomen als prooi kozen zijn verklaring dervoor was dat die mezen een specifiek zoekbeeld creërden van dat insect, dat beeld helpt de mezen dan om bij een volgende ontmoeting da insect te herkennen www.pigeon.psy.tufts.edu/avc/pblough/si_attention.htmdus eigenlijk moet ge gewoon kennen wat er in de cursus staat...
|
|