Post by Nabanalife on Jan 20, 2005 6:02:29 GMT -5
Mijn examen:
1) stelling (spreek tegen of bevestig, verklaar, illustreer,...): het kader van ruimtelijke ordening laat de noodzakelijkheid van nieuwe functionele opvattingen niet toe en geeft enkel ruimte voor de klassieke functies (landbouw, bosbouw,...)
(vroeger in gewestplan: stelling correct, de rest van het antwoord ken ik niet maar ge moet een aantal nieuwe functies opsommen zoals bio-energie, windmolenparken,...)
2) Geef de belangrijkste inrichtingsprincipes van grondgebonden melkveeteelt.
(grondgebondenheid via weides + voedergewassen, soorten begrazingstypes, minimale grootte van huiskavel)
3) Door het kappen van een bos zakt de aerodynamische ruwheid van 2m tot 0,04 m. Hoe komt men tot een inschatting van de negatieve gevolgen van de wind?
(formule, kansmodel voor max. windsnelheid, soorten schadelijke gevolgen van verhoogde windsnelheid=bodemerosie, schade aan gewassen, schade aan gebouwen)
4) Geef de belangrijkste inrichtingsprincipes van het natuurbehoud, verweven in een agrarisch gebied!
(uitleg over ruimtelijke en fysische verweving + specifieke voorbeelden; ecologische hoofdstructuur)
5) De verwachte vraag over de bijzondere methodes van landgebruik (bijvragen: is de methode geschikt om ooit toe te passen?, waar hebt ge uw informatie uit gehaald?)
6) Zeer korte bespreking van het werkje
Bij 2 vragen had em duidelijk door dat ik er wel iets van af wist, maar geen details kende. Er volgde een hele uitleg over hoe ge iets moet voorstellen aan vb. een examencommissie wanneer ge er ni veel vanaf weet en toch moet doen alsof ge er alles van kent.
1) stelling (spreek tegen of bevestig, verklaar, illustreer,...): het kader van ruimtelijke ordening laat de noodzakelijkheid van nieuwe functionele opvattingen niet toe en geeft enkel ruimte voor de klassieke functies (landbouw, bosbouw,...)
(vroeger in gewestplan: stelling correct, de rest van het antwoord ken ik niet maar ge moet een aantal nieuwe functies opsommen zoals bio-energie, windmolenparken,...)
2) Geef de belangrijkste inrichtingsprincipes van grondgebonden melkveeteelt.
(grondgebondenheid via weides + voedergewassen, soorten begrazingstypes, minimale grootte van huiskavel)
3) Door het kappen van een bos zakt de aerodynamische ruwheid van 2m tot 0,04 m. Hoe komt men tot een inschatting van de negatieve gevolgen van de wind?
(formule, kansmodel voor max. windsnelheid, soorten schadelijke gevolgen van verhoogde windsnelheid=bodemerosie, schade aan gewassen, schade aan gebouwen)
4) Geef de belangrijkste inrichtingsprincipes van het natuurbehoud, verweven in een agrarisch gebied!
(uitleg over ruimtelijke en fysische verweving + specifieke voorbeelden; ecologische hoofdstructuur)
5) De verwachte vraag over de bijzondere methodes van landgebruik (bijvragen: is de methode geschikt om ooit toe te passen?, waar hebt ge uw informatie uit gehaald?)
6) Zeer korte bespreking van het werkje
Bij 2 vragen had em duidelijk door dat ik er wel iets van af wist, maar geen details kende. Er volgde een hele uitleg over hoe ge iets moet voorstellen aan vb. een examencommissie wanneer ge er ni veel vanaf weet en toch moet doen alsof ge er alles van kent.