|
Post by Doockles on May 17, 2004 16:59:53 GMT -5
heb een vraagje over 2.2.1 Zuurtegraaddaar staat bij die lage, neutrale en hoge pH altijd H2O bij: op wat slaagt dat juist?? en moet die pH bij hoge pH niet >6 zijn ipv <6?? en nog iets over 2.2.3 Boomsoortendie tabel met ellenbergwaarden: moeten we die zelf invullen ofzo?? 2.4.1 C cyclusrol van bos in de koolstofcyclus: aan die eerste tekening kan ik écht wel niet aanuit (maar het lijkt mij wel overeen te komen met die van de volgende blz) 2.6.1 Boomsoortenkeuzedie eerste grafiek over bodemcompactie: is die conusweerstand uitgedrukt in 'deeltjes/cm² ' ? dan is de bodem met beuk op het meest compacte? en de esdoorn onderaan de minst compacte? en tekening op de volgende blz zegt me ook niet veel zou het kunnen dat het dat hoofdstuk is dat die andere kwibus is komen geven? want ik heb daar verdacht weinig van opgeschreven
|
|
|
Post by simba on May 18, 2004 13:20:46 GMT -5
Die pH moet idd > zijn ipv < en dat moet wel water zijn dat erachter staat want kijk maar onder neutrale pH daar staat ook pH-KCl en ik denk dat het gewoon is om duidelijk te maken van welk product je de concentraties uitdrukt.
Wel het grijs op de tekening is hoeveel C er opgeslagen is in dat bepaalde vat. Als dat vat daalt gaat er dus C uit en dit onder de vorm van CO2. Neem nu het voorbeeld van primair woud. Als je dat kapt zal het grijs dalen en de koolstof in atmosfeer toenemen maar als je het terug bebost dan zal koolstof opgenomen worden en zal het grijs deel in da vat toenemen.
Op de rest moet ik nog is denken of weet ik toch ni direct een antwoord.
|
|
|
Post by salsia on May 21, 2004 6:14:42 GMT -5
Die pH-H20 en pH-KCl slaan op de manier waarop de pH wordt gemeten: bij het eerste wordt een bepaalde hoeveelheid bodem in een oplossing van water gedaan, bij het tweede wordt een 1 M oplossing van KCl gebruikt i.p.v. water.
Die tabel met Ellenbergwaarden: als je die gaat opzoeken zie je overal "x" staan, wat al voor een deel aangegeven wordt in de begeleidende tekst "brede amplitude qua bodemchemie".
Ik denk dat conusweerstanden uitgedrukt worden in Newton per vierkante centimeter. En dan zorgt beuk idd voor de meest compacte bodems.
Van de volgende slide begrijp ik ook niet zoveel, geen idee waar ANEC, ENDO, enz. voor staan.
|
|
|
Post by Doockles on May 21, 2004 9:39:38 GMT -5
whoohoo bedankt heb nog een paar vraagjes maar die volgen nog ;D
|
|
|
Post by Nele on Jun 16, 2004 15:21:49 GMT -5
Nog een vraagje: bij bodem en geochemie: chemische samenstelling vd bodem: daar staat "loofbomen onttrekken over 't algemeen meer mineralen aan de bodem dan naaldbomen" maar in da tabbelleke 2 slides verder hebben naaldbomen toch veel meer Ca ed gepakt??
|
|
tipi
Keuterboerke
een kromme streep is ook een lijn
Posts: 79
|
Post by tipi on Jun 17, 2004 11:49:11 GMT -5
ja ik vond da ook heel raar en heb er eigelijk ook ni een oplossing voor...
het enige dat ik kan verzinnen is dat naalden veel compacter zijn dan loofbladeren en dus relatief meer drogestof(en dus mineralen) hebben
+
naalden blijven een paar jaar hangen, en loofbomen moeten elk jaar nieuwe blaren maken waarvoor ze dus meer mineralen moeten opnemen elk jaar.
|
|
|
Post by salsia on Jun 17, 2004 16:39:56 GMT -5
over welke tabel gaat het eigenlijk? die van "rangschikking van boomsoorten volgens voedingsbehoeften"? bij 2.1.3 heb ik iets opgeschreven over de zuigkracht van bomen en landbouwgewassen, maar welke van de twee is nu de grootste? ik zou zeggen van bomen maar 'k heb het omgekeerd opgeschreven 2.2.1: wat is reficiatie (onderaan tweede slide)? 2.2.3 kenmerken van mull, moder en mor: wat zijn altiropiden of artiropiden??
|
|
|
Post by Nabanalife on Jun 18, 2004 0:33:05 GMT -5
2.2.3 kenmerken van mull, moder en mor: wat zijn altiropiden of artiropiden?? Volgens mij zijn dat 2 typfouten en bedoelt hij arthropoden.
|
|
|
Post by Doockles on Jun 18, 2004 2:50:06 GMT -5
ik heb daar arthropoden staan ja en die twee tabellen daar: als ge kijkt naar bodemvruchtbaarheid en dan die volgende is dat telkens totaal het omgekeerde leek me eigenlijk niet zo logisch of hebben die twee niks met elkaar te maken?
|
|